Ik dacht, ik doe een keer een intelligente titel en denk met weemoed terug aan het stampen van alle Latijnse benamingen voor de 640 spieren en 206 botjes van het menselijk lichaam. En dan te bedenken dat ik dat stampen vrijwillig nóg een keer heb gedaan, maar dan van het honden en paarden lichaam...
Maar terug naar het verhaal.
Deze blog gaat over de helpende handjes en pootjes in de paardenwei.
Zoals eerder verteld, haal ik bijna dagelijks de mest uit de wei.
Soms word ik dan geholpen door een peuter, die dapper de drollen met zijn handjes op de schep legt, welke er vervolgens natuurlijk afvallen, terwijl hij de schep naar zijn mini kruiwagentje beweegt. Een soort bezigheidstherapie dus ;-)
Het leuke van peuters is, dat ze van alles willen weten. "Mama, wat doe je?" "Mama, wat is dat?". En daarnaast is op die leeftijd de wereld nog vol met dingen die je moet ontdekken en leren.
Dus toen ik een paardenvijg weg schepte, zag hij dit:
"Mama, wat is dat?". "Dat zijn gaatjes in de grond".
We zitten nog niet in de "waarom-fase", maar ik vind het wel leuk om hem dan te vertellen hoe dat dan zit, met die gaatjes in de grond.
Dus na het wegscheppen van de volgende hoop mest, pakte ik snel de veroorzaker van één van de gaatjes:
Hij bewoog niet, dus dat was helemaal niet interessant.
Wat daarentegen wel leuk was, was om de gaatjes weer dicht te stampen.... Bezigheidstherapie deel 2, want er liggen elke dag nogal wat hopen mest en dus ook flink wat dicht te stampen gaatjes, als je eenmaal begint te scheppen.
En toen zag hij het beestje in actie, vol verbazing en met z'n neusje boven zo'n gaatje: "Oh nee! Mama! Beestje in gaatje!"
Op dat moment was ik zelf toch wel nieuwsgierig geworden naar de paardenmestkever, want wat doet zo'n beestje eigenlijk, behalve gaatjes graven precies in en onder een hoop paardenmest. Lang leve Wikipedia!!!
Voedsel:
Mestkevers en met name de larven zijn in de regel planteneters die de mest eten van voornamelijk grotere zoogdieren zoals koeien en paarden. Geen enkele mestkever leeft van de mest van carnivore dieren, de 'donateur' van de mest is altijd herbivoor. Mestkevers zijn dus eigenlijk planteneters, die andere dieren laten 'voorverteren' en leven van de mest.
Voortplanting:
Mestkevers maken vaak mestballetjes door porties mest achterwaarts op te rollen en gebruiken ze als nestkamers voor de larven, een aantal soorten begraaft de balletjes in een tunneltje voor de larven en andere soorten leven als larve in de mesthoop.
Bij de tunnelgravende soorten maakt een paartje een nest in de grond. Eerst ontstaat een verticale gang die ongeveer een halve meter lang is en in een brede kamer eindigt. Alle zijgangen worden volgepropt met mest en alleen aan het einde is ruimte opengelaten voor een eitje. Tenslotte worden alle gangen met aarde afgesloten. De larven hebben voldoende voedsel tot hun beschikking en vaak meerdere jaren nodig om de ontwikkeling te voltooien. De kever komt dan tenslotte in juli uit maar blijft tot het voorjaar in de onderaardse ruimte zitten.
Ecologie:
Mestkevers brengen relatief grote hoeveelheden zeer voedingsrijke stoffen diep in de grond. Er is berekend dat het grondverzet bij bepaalde soorten honderden kilo's per hectare per jaar bedraagt. Omdat veel mestkevers in zand- of heidegebieden leven, zijn het belangrijke bemesters van voedselarme gronden
In Jip en Janneke taal: "Dat beestje is een mestkever, en de mestkever eet paardenpoep. Hij woont in de grond, daarom maakt hij gaatjes, zodat hij bij zijn nestje kan komen. Daar zitten baby kevers, die eten ook poep". "Bah, kan geen poep eten!!!!" "Nee, wij niet, maar de mestkever wel."
Vervolgens stond hij bij het opruimen van iedere mesthoop vol verwachting te kijken. En iedere keer was het: "Ja mama!!! Kever!!!"
Het werk zat er op. "Dat was leuk hè? Met die..., die..., lieverd, hoe heten die beestjes ook al weer?" Waarop je dan het briljante antwoord krijgt: "Gaatjesbeestjes!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten